In mijn juridisch blog op www.logistiek.nl heb ik afgelopen maand aandacht besteed aan verschil tussen een vervoersovereenkomst en een expeditie-overeenkomst. Gelet op het aantal ‘views’ lijkt het mij nuttig om nader in te gaan op dit onderscheid, dat van wezenlijk belang kan zijn voor de logistiek ondernemer als er een ladingschade wordt gevorderd.
Expeditie-overeenkomst
Een expeditie-overeenkomst is een overeenkomst tussen de expediteur en de opdrachtgever, waarbij de expediteur zich verbindt tot het sluiten van een vervoersovereenkomst ten behoeve van zijn opdrachtgever. Het gaat bij om doen vervoeren.
De expediteur is niet aansprakelijk voor ladingschade omdat het niet zijn taak is om te vervoeren. Het is zijn taak om op eigen naam of op naam van zijn opdrachtgever een vervoersovereenkomst te sluiten met een derde.
De expediteur mag in zijn rechtsverhouding met de opdrachtgever zijn aansprakelijkheid contractueel beperken. Dit gebeurt in de praktijk veelal door de FENEX-voorwaarden van toepassing te verklaren op de expeditie-overeenkomst. In de FENEX-voorwaarden is onder meer is bepaald dat de expediteur slechts aansprakelijk is in het geval de schade is ontstaan door schuld of nalatigheid van de expediteur of diens ondergeschikten.
Vervoersovereenkomst
Een vervoersovereenkomst is een overeenkomst waarin de vervoerder zich tegenover zijn opdrachtgever verbindt om goederen te vervoeren. Let wel, er geldt geen verplichting om de goederen zelf te vervoeren.
Hoofdregel in het vervoersrecht is dat de vervoerder aansprakelijk is voor het zonder vertraging afleveren van de ontvangen goederen in de staat waarin hij deze heeft ontvangen
Een vervoerder mag het vervoer ook uitbesteden aan een derde, de feitelijke vervoerder. In dat geval is er sprake van een ‘papieren’ vervoerder, waarvan de praktische invulling niet verschilt van de expediteur. In beide gevallen hebben zij het vervoer van goederen uitbesteed.
Het enige verschil is dat een expediteur voorafgaand of tijdens het sluiten van de overeenkomst aan zijn opdrachtgever duidelijk zal hebben gemaakt dat hij de goederen niet zelf zal vervoeren en dat hij met een derde een vervoersovereenkomst zal sluiten.
Een vervoerder is in zijn rechtsverhouding met zijn opdrachtgever gebonden aan (semi) dwingend recht. Dit betekent dat hij zijn aansprakelijkheid niet kan uitsluiten of beperken met verwijzing naar algemene (vervoers)voorwaarden.
Procedures
Er worden dan ook relatief veel procedures gevoerd over de vraag of een logistiek dienstverlener in de vervoersketen moet worden gekwalificeerd als expediteur of als vervoerder. Slaagt een logistiek ondernemer er in te bewijzen dat hij handelde als expediteur, dan zal de schadeclaim worden afgewezen. Slaagt de logistiek ondernemer daar niet in, dan zal hij worden beschouwd als vervoerder en is hij in beginsel aansprakelijk voor de ontstane ladingschade.
Om dit te voorkomen zal de expediteur voorafgaand aan het sluiten van de overeenkomst aan zijn opdrachtgever schriftelijk duidelijk moeten maken dat hij een expeditie-overeenkomst zal sluiten voor zijn opdrachtgever, waarbij hij de goederen zal doen vervoeren.
Bewijslast
De vraag of er een vervoersovereenkomst of een expeditie-overeenkomst is gesloten wordt, bepaald aan de hand van het zogeheten ‘Haviltex-criterium’. Het gaat om de verklaringen van beide partijen, de gedragingen van beide partijen en de verwachtingen die zij over en weer mochten hebben. De omstandigheden van het geval zullen bepalend zijn.
Het Gerechtshof ’s-Hertogenbosch heeft in een recente uitspraak, naast herhaling van Haviltex-criterium, geoordeeld dat een opdrachtnemer die in het kader van een transportopdracht als expediteur wil optreden, zich bij het aangaan van de overeenkomst duidelijk als zodanig moet presenteren, bij gebreke waarvan in beginsel moet worden aangenomen dat een vervoersovereenkomst tot stand is gekomen*.
Deze uitspraak is in lijn met de bestaande rechtspraak dat in het geval van twijfel het aan de partij die stelt dat er sprake is van een expeditie-overeenkomst om dat te bewijzen. Wordt dit niet bewezen, dan wordt de overeenkomst geacht een vervoersovereenkomst te zijn.
Advies
Voor logistieke dienstverlener die zowel als expediteur als vervoerder actief zijn, verdient het aanbeveling om per transportopdracht duidelijkheid te bieden, door op offerten en in de correspondentie met de opdrachtgever duidelijk te maken dat het een expeditie-opdracht betreft, waarop de FENEX-voorwaarden van toepassing zijn.
* Gerechtshof ’s-Hertogenbosch d.d. 25 oktober 2016, ECLI:NL:GSHE:2016:4752
mr. Otto Lenselink
December 2017
Meer lezen
- Gerechtshof Den Haag vernietigt vonnis in de zaak Slotboom
- Gerechtshof Den Haag beslist of Chauffeur opdraait voor tekort parkeerplaatsen
- Belangrijkste wijzigingen CAO Beroepsgoederenvervoer per 1 januari 2024
- Samenwerking met Pools Advocatenkantoor
- Gevolgen van Deliveroo voor werkingssfeer CAO Beroepsgoederenvervoer!
- Rechtbank Gelderland matigt boete pakketbezorger met meer dan 80%
- Is het wettelijk verplicht ladingen te zekeren bij korte tussenstops?
- Hof van Justitie legt herhaald beboeten voor één feit aan banden
- Aanscherping handhaving rij- en rusttijden en tachograaffraude door de ILT
- Strafrechtelijke vervolging voor tachograaffraude