Verloning van vakantiedagen in het CAO Beroepsgoederenvervoer

30 november 2018

Een heet hangijzer; verloning van vakantiedagen in het CAO Transport en Beroepsgoederenvervoer

Op het deze maand door Van Oers Accountancy & Advies georganiseerde Transportseminar sprak ik over de verloning van vakantiedagen in het CAO Transport en Beroepsgoederenvervoer. Voor veel transportondernemers is dit een heet hangijzer, waarover nog veel onduidelijkheid blijkt te bestaan. Deze blog hoopt hierover meer duidelijkheid te creëren. 

Wat speelt er?

Ongeveer een jaar geleden werd de verloning van vakantiedagen hoog op de agenda geplaatst tijdens de cao-onderhandelingen door vakbond CNV.

Blijkens een persbericht van CNV werden in het eerste kwartaal van 2018 ongeveer 1000 stuitingsbrieven verstuurd door vakbondsleden/beroepschauffeurs naar circa 250 werkgevers in het Beroepsgoederenvervoer.

In deze voorgedrukte brieven werd met terugwerkende kracht aanspraak gemaakt op de ‘misgelopen’ toeslagen en het vakantiegeld over overuren in het Beroepsgoederenvervoer. In het Beroepsgoederenvervoer was het immers vaste praktijk dat de vergoeding van een vakantiedag gelijk is aan het basisloon.

De vakbondsleden baseerden zich op een uitspraak van het Europese Hof van Justitie uit 2011*, waarin was bepaald dat de beloning van een vakantiedag gelijk moet zijn aan de beloning van een werkdag.

De loonvorderingen in de stuitingsbrieven hadden betrekking op vijf voorafgaande jaren en bedroegen gemiddeld zo’n € 600,– à € 1.200,- per jaar.

Verloning vakantiedagen CAO Transport en Logistiek na 1 januari 2019

Onder druk van enkele (proef)procedures die waren aangespannen door CNV-leden hebben de vakbonden met TLN (Transport en Logistiek Nederland) op 19 september 2018 een akkoord bereikt over de verloning van vakantiedagen met ingang van 1 januari 2019.

Vanaf 1 januari 2019 maken de gemiddelde overuren en toeslagen deel uit van het vakantieloon. Deze afspraak betekent een forse en structurele loonstijging voor het merendeel van de Beroepsgoederenchauffeurs. Verwacht wordt dat de gemiddelde loonkosten in 2019 zullen stijgen met 6,7%, mede vanwege deze loonsverhoging.

Voor het ‘misgelopen’ loon over de periode van 2014 tot en met 2018 zijn er eveneens afspraken gemaakt. Deze afspraken gelden voor werknemers die in de loonschaal transport A tot en met H het gehele jaar 2018 in dienst is geweest en meer dan 100 toeslaggerechtigde uren heeft gewerkt. Dit zal het merendeel zijn van de Beroepsgoederenchauffeurs.

Deze Beroepsgoederenchauffeurs kunnen opteren voor een éénmalige vergoeding van € 750,- bruto, welk bedrag in drie termijnen van € 250,- kan worden voldaan.

Dit compromis is aan kritiek onderhevig, want deze regeling is niet bindend voor werknemers. De Beroepsgoederenchauffeur is nog steeds gerechtigd om de ‘misgelopen’ overwerk en toeslagencomponenten over de periode van 2014-2018 te vorderen van zijn werkgever. Dit betekent veel onzekerheid voor Transportwerkgevers.

Wat kunt u als werkgever in het Beroepsgoederenvervoer het beste doen?

Deze vraag is niet eenvoudig te beantwoorden, en zal per transportbedrijf verschillen. Voor goed advies, is maat werk geboden. In algemene zin kunnen wel de volgende punten in ogenschouw worden genomen:

  • In de eerste plaats is het verstandig om te inventariseren welke financiële risico’s er worden gelopen. Naar mate er relatief veel overwerk en toeslagen werden uitgekeerd in het verleden, zullen de claims van individuele werknemers forser zijn;
  • Bedenk ook dat ex-werknemers aanspraak kunnen maken op gederfd loon tijdens vakantiedagen, zolang deze vorderingen niet verjaard zijn. De verjaringstermijn van loonvorderingen bedraagt 5 jaar, en kan worden gestuit met een enkele brief. Hierna begint er een nieuwe verjaringstermijn te lopen van 5 jaar;
  • Het aanbieden van een afstandsverklaring, waarin een werknemer/chauffeur nadrukkelijk afstand doet van eventuele loonaanspraken en akkoord gaat met € 750,- bruto, is zeker een overweging waard. Een werkgever zal de chauffeur voorafgaand aan ondertekening van een dergelijke verklaring wel correct en volledig moeten inlichten over zijn rechtspositie. Dit ter voorkoming dat een chauffeur achteraf een beroep kan doen op dwaling. In die zin dat de werknemer stelt dat hij bij een juiste voorstelling van zaken de verklaring niet, of althans niet onder dezelfde voorwaarden, zou hebben ondertekend. In dat geval wordt het risico gelopen dat de afstandsverklaring met succes kan worden vernietigd door werknemer, waarna er alsnog een loonvorderingsprocedure wordt gestart.

Kortom, voor goed advies is maatwerk geboden. Mail daarom naar info@transportrechtadvocaat.nl of vul onderstaand contactformulier in. Bij spoed zijn wij 24/7 bereikbaar! Belt u dan 076 – 5204044.

Otto Lenselink

November 2018

* HvJ EU 15 september 2011, C-155/10, ECLI:EU:C:2011:588 (Williams /  British Airways)

Alle blogs

Een vraag na het lezen van dit artikel?

Neem contact op