Tankpas fraude; wie betaalt de rekening?

7 februari 2019

Brandstofleveranciers hebben doorgaans in hun algemene- of leveringsvoorwaarden het risico van tankpas fraude volledig weggelegd bij de tankpashouder, het transportbedrijf. Kan de brandstofleverancier/oliemaatschappij met succes een beroep doen op zo’n clausule.

Rechtspraak over tankpas fraude

Er is relatief weinig gepubliceerde rechtspraak over fraude met tankpassen. Terwijl jaarlijks tal van transportbedrijven hierdoor gedupeerd worden, dat zich in verschillende vormen manifesteert. Zoals diefstal van tankpassen, skimming, en het kopiëren van tankpassen.

In 2009 oordeelde het Gerechtshof Amsterdam dat oliemaatschappijen gehouden zijn om alle redelijkerwijs mogelijke technische voorzieningen te treffen, ter voorkoming van fraude met de verstrekte tankpassen.*

Tanktransacties met kopieën van tankpas

In deze zaak stond vast dat er tanktransacties waren verricht met kopieën van een tankpas. Het verweer van brandstofleverancier BP dat de tankfraude het gevolg was van onzorgvuldig gebruik van de tankpas en/of onzorgvuldig gebruik van de pincode door één de medewerkers van het transportbedrijf, hield geen stand.

Het Gerechtshof Amsterdam redeneerde dat de keerzijde van de contractuele uitsluiting van aansprakelijkheid, waarbij het frauderisico geheel voor rekening komt van het transportbedrijf,  wordt gevormd door de verplichting van de brandstofleverancier om op voet van de redelijkheid en billijkheid (art. 6:248 lid 1 BW) al hetgeen redelijkerwijs mogelijk is te doen om de schade als gevolg van de fraude te voorkomen, althans te beperken.

Tankpas blokkeren

In dat kader gelastte het Gerechtshof een deskundigenonderzoek, waarbij onder meer de vraag werd gesteld of het technisch mogelijk was om een tankpas te blokkeren, in het geval werd geconstateerd dat er sprake was van buitensporige afname van brandstof.

Tot een deskundigenbericht en een uitspraak in hoger beroep is het niet gekomen, omdat partijen deze zaak in onderling overleg hebben geregeld. Gelet op de overwegingen van het Gerechtshof en de strekking van de retorische vragen voor het deskundigenbericht, verwacht ik dat de brandstofleverancier in kwestie veel water bij de wijn heeft moeten doen.

Betalen brandstofkosten

De Rechtbank Arnhem oordeelde in 2007 dat de exploitant van een aantal benzinestations die tankpassen met pincodes had verstrekt aan een transportbedrijf wèl gerechtigd was tot betaling van de brandstofkosten, zodat het transportbedrijf voor de schade opdraaide.**

Uit het feitencomplex van deze zaak volgde dat er sprake was van onzorgvuldig gebruik van de pinpas en de tankpas. Bij een inbraak in de cabine was de tankpas met bijbehorende pincode meegenomen. Het transportbedrijf had aanvankelijk verzwegen dat er sprake was van deze inbraak, en kreeg het deksel op de neus. Het transportbedrijf draaide op voor de kosten.

Tankpasfraude – de praktijk

Onlangs werd één van mijn klanten, een middelgroot transportbedrijf, geconfronteerd met tankpasfraude. Op basis van de tijdstippen van de frauduleuze tanktransacties en de uitgelezen gegevens van het track&trace systeem werd duidelijk dat er twee tankpassen in omloop waren geweest met dezelfde tankpasnummers.

De tankpasverstrekker in kwestie betrof een grote oliemaatschappij die zo verstandig was om het niet tot een procedure te laten komen en er aan hechtte om de relatie met de trouwe klant te continueren. Een voor de klant conveniërende minnelijke regeling was het resultaat.

Door: Otto Lenselink

Februari 2019

* Gerechtshof Amsterdam d.d. 21 april 2009, ECLI:NL:GHAMS:2009:BJ6257

** Rechtbank Arnhem d.d. 28 februari 2007, ECLI:NL:RBARN:2007:BA1504

Alle blogs

Een vraag na het lezen van dit artikel?

Neem contact op