Perikelen rondom de pre-pack doorstart in de transportsector

De pre-pack doorstart van de op 31 maart 2015 gefailleerde transportonderneming PGB B.V., onderdeel van de Princen Groep uit Weert, stuitte onlangs op veel kritiek van de vakbonden.

4 april 2015

Met name FNV Transport en Logistiek trok fel van leer tegen deze voorgekookte doorstart en verkondigde in haar persbericht mordicus tegen elke vorm van een pre-pack doorstart te zijn.

Achtergrond en juridische basis van de pre-pack doorstart

In oktober 2013 heeft Minister Opstelten het wetsvoorstel ‘Wet Continuïteit Ondernemingen’ ingediend om een doorstart middels de pre-pack constructie mogelijk te maken. Dit wetsvoorstel is overigens nog niet aangenomen door beide kamers en is derhalve geen wet.

Als voorschot op deze mogelijk toekomstige wetgeving hebben een aantal rechtbanken pre-pack faillissementen van grote ondernemingen gefaciliteerd (bv. Estro Kinderopvang, Schoenenreus, Marlies Dekkers, Moes Bouw, Neckermann). Inmiddels zijn er tientallen ondernemingen in en het buiten de transportbranche doorgestart na een pre-pack constructie.

Wat is een pre-pack doorstart?

De pre-pack constructie vindt zijn oorsprong in het Angelsaksische rechtssysteem en biedt de mogelijkheid om voorafgaand aan een dreigend faillissement de rechtbank te vragen om een stille bewindvoerder, tevens beoogd curator te benoemen. De stille bewindvoerder inventariseert voorafgaand aan het faillissement de doorstartmogelijkheden.

Ook door de onderneming zelf zal een doorwrocht doorstartplan zijn ontwikkeld dat met de stille bewindvoerder wordt bestudeerd en dat kan worden uitgerold nadat toestemming is verkregen van de rechtbank en het faillissement is uitgesproken. Op deze wijze wordt een failliet bedrijf, of een gezond bedrijfsonderdeel, na faillissement ‘going concern’ voortgezet. Het grote voordeel van de pre-pack methode is dat de bedrijfsactiviteiten worden voortgezet en er geen onrust wordt gecreëerd onder personeel, leveranciers en klanten. Het te lang stil liggen van de productie en handel vormt vaak de definitieve doodsteek, waarna een doorstart niet meer mogelijk is en de goodwill van de onderneming volledig is afgeschreven.

Een ‘ouderwetse’ doorstart zonder pre-pack constructie slaagt uitsluitend bij gratie van de curator (formeel de rechter-commis- saris), hetgeen veel onzekerheid met zich brengt. Bovendien kan de primaire taak van curator, het realiseren van boedelactief op gespannen voet staan met het streven om zo geruisloos mogelijk voortzetten van de onderneming.

Als nadelen van de pre-pack methode noem ik het weinig transparante karakter van de pre-pack dat met name gericht zal zijn op een doorstart uit eigen gelederen en de eventuele precedentwerking om in het kader van een (bedrijfs) reorganisatie eerder aan te sturen op een faillissement. Doch deze nadelen wegen niet op tegen de voordelen van het toenemen van de kans op een succesvolle doorstart. In die gevallen zal de werkgelegenheid (deels) blijven. Komt er geen doorstart na het faillissement, dan zijn er uitsluitend verliezers.

Is de kritiek van de vakbonden op een pre-pack doorstart terecht?

Het fel gekant zijn tegen iedere pre-pack doorstart gaat naar mijn overtuiging voorbij aan het zwaarwegende, naar mijn overtuiging doorslaggevende, argument dat bedrijven die in zwaar weer verkeren een beter perspectief wordt geboden om met een goed doortimmerd doorstartplan na accreditatie van de curator de bedrijfsactiviteiten voort te zetten.

Na de pre-pack doorstart bij Princen richten de pijlen van het FNV zich met name tot curator mr. Deterink, die wordt verweten zijn medewerking te hebben verleend aan een doorstart zonder het in dienst nemen van (ex) werknemers met een arbo-verleden.

In hoeverre dat feitelijk het geval is geweest, kan ik niet beoordelen. Op het moment van plaatsing van de column was het eerste faillissementsverslag nog niet gepubliceerd. Ik stel wel vast dat in het wetsvoorstel ‘Wet Continuïteit Ondernemingen’ geen rol is weggelegd voor de Ondernemingsraad (OR). Evenmin komt de positie van de (ex) arbeidsongeschikte werknemer aan de orde.

Bij iedere doorstart zal er moeten worden gesaneerd, ook in de personele bezetting. Echter, een deel van de werkgelegenheid zal worden behouden na een doorstart. Ik vind het bedenkelijk dat er vakbondsbestuurders zijn die in de media a priori stelling nemen tegen alle pre-pack doorstarts. Hiermee wordt miskend dat een pre-pack doorstart juist is bedoeld om de continuïteiten van ondernemingen te borgen en werkgelegenheid te behouden.

Een succesvolle doorstart al dan niet met gebruikmaking van een pre-pack constructie vergt in alle gevallen een gedegen voorbereiding en een uitgewerkt voor alle stakeholders overtuigend doorstartplan.

Voor meer informatie over het doorstarten na een faillissement en andere juridische onderwerpen waar u als transportondertnemer mee te maken krijgt, kunt u contact opnemen met mr. Otto Lenselink (olenselink@transportrechtadvocaat.nl).

April 2015

Alle blogs

Een vraag na het lezen van dit artikel?

Neem contact op