Overtreden Arbeidstijdenwet wegens fraudeleus handelen

Raad voor State eist dat de Minister bewijst!

5 oktober 2018

Jaarlijks worden tientallen transportbedrijven door de Minister van Infrastructuur en Waterstaat beboet voor het overtreden van de Arbeidstijdenwet wegens frauduleus handelen met tachografen en de bestuurderskaarten. Deze boetebeschikkingen zijn fiks. Voor de werkgever als normadressant bedraagt de boete € 4.400,- per overtreding.

Bij een eerste bedrijfsinspectie kan er per boetebeschikking een maximaal boetebedrag worden opgelegd van de 5e categorie van artikel 23 lid 4 uit het Wetboek van Strafrecht. Dat is 82.000,-!

Voor werkgevers met minder dan 100 werknemers wordt het maximale boetebedrag gestaffeld verlaagd tot 0,75 voor werkgevers met 75-100 werknemers, tot 0,50 voor werkgevers met 50-75 werknemers, tot 0,25 voor werknemers met minder dan 25 werknemers.

Uitspraak Raad van State 12 september 2018

Op 12 september 2018 heeft de Raad van State een voor de rechtspraktijk een relevante uitspraak gedaan in een zaak waarin het duidelijk was dat de uitgelezen gegevens uit de tachografen niet overeenstemden met de urenrapportages

Zoals gebruikelijk had de Minister ook in deze zaak gesteld dat het transportbedrijf niet had toegezien op de juiste werking en het juiste gebruik van het controleapparaat, de tachograaf en de bestuurderskaart, en daaraan de conclusie verbonden het transportbedrijf in strijd had gehandeld met haar toezichthoudende uit het Arbeidstijdenbesluit Vervoer voortvloeiende taak. Doorgaans hield deze stellingname en conclusie stand, en bleef de boete overeind.

Het transportbedrijf had in deze zaak gemotiveerd betwist dat er sprake was van een tekortschieten in haar toezichthoudende taak. Er werd door het transportbedrijf namelijk op regelmatige basis instructies gegeven aan de chauffeurs om duidelijk te maken wat van hen werd verwacht ten aanzien van het gebruik van de tachograaf en de bestuurderskaart.

De Raad van State heeft geoordeeld dat het alleen aanvoeren van deze stellingname niet voldoende is. De Minister zal moeten aantonen dat het transportbedrijf tekort is geschoten in haar toezicht en dient ter onderbouwing daarvan feiten aan te dragen.

In deze zaak had de Minister niet onderbouwd of inzichtelijk gemaakt in welk opzicht het transportbedrijf onvoldoende toezicht had gehouden op het juist gebruik van de bestuurderskaart en de tachograaf. De opgelegde boete was ten onrechte opgelegd.

De nabije toekomst zal uitwijzen of de Raad van State daadwerkelijk wil breken met de eerdere lijn in de rechtspraak, waarbij werd geredeneerd dat het onjuist gebruik van de bestuurderskaart of tachograaf inhield dat er door de transportwerkgever tekort was geschoten in het toezicht.

Auteur: mr. Otto Lenselink

Oktober 2018

Alle blogs

Een vraag na het lezen van dit artikel?

Neem contact op