Het belang van een pandrecht in de vervoersovereenkomst en opslagovereenkomst

25 maart 2017

Pandrecht in de vervoersovereenkomst en opslagovereenkomst

Een pandrecht is een zekerheidsrecht dat is gevestigd op roerende zaken, waarbij de pandhouder gerechtigd is om zijn vordering te verhalen op deze goederen. Dit geldt ook in het geval de schuldenaar (pandgever) failliet gaat.

Een logistiek dienstverlener die niet wil aansluiten in de rij van veelal kansloze concurrente schuldeisers doet er verstandig aan om een pandrecht te vestigen op de zaken die worden vervoerd of zich in zijn warehouse bevinden.

Vuistpandrecht

In deze bijdrage richt ik mij uitsluitend op het vuistpandrecht, waarbij de goederen van de opdrachtgever in de macht zijn van de pandhouder, hetgeen in de praktijk vaak het geval zal zijn bij het uitvoeren van een transport of bij het in bewaarneming hebben van goederen in het kader van de uitvoering van een opslagovereenkomst.

Is het vestigen van een vuistpandrecht ingewikkeld? Nee beslist niet.

Voor het vestigen van een vuistpandrecht op roerende zaken gelden de drie eisen van overdracht, te weten (1) een titel, (2) de levering (3) beschikkingsbevoegdheid.

(1) Een rechtsgeldige titel betekent dat een vuistpandrecht moet worden overeengekomen. Dit kan expliciet worden opgenomen in de vervoersovereenkomst of in de overeenkomst van bewaarneming in het geval er sprake is van opslag van goederen.

De Algemene Vervoerscondities (AVC), de Fenex- voorwaarden of de opslagvoorwaarden van Stichting Vervoersadres (Sva) bevatten ook artikelen, waarin er een pandrecht wordt gevestigd ten gunste van de vervoerder, respectievelijk de bewaarnemer.  Met het enkel van toepassing laten zijn van deze voorwaarden wordt het pandrecht overeengekomen.

Mocht een opdrachtgever onverhoopt failleren, dan verdient het aanbeveling om te bezien of de vervoers- of opslagvoorwaarden een dergelijk pandrecht artikel bevatten.  Niet zelden worden vorderingen niet uitgewonnen door de schuldeiser, die pandhouder blijkt te zijn.

(2) De levering geschiedt in de logistieke praktijk veelal doordat de vervoerder en het warehousebedrijf de goederen onder zich heeft genomen om deze goederen te transporteren, respectievelijk om in bewaring te nemen.

(3) De beschikkingsbevoegdheid van de pandgever is de derde voorwaarde waaraan moet worden voldaan voor het vestigen van een rechtsgeldig vuistpandrecht. Uitsluitend de eigenaar van de goederen is bevoegd om als pandgever te fungeren en een pandrecht te vestigen op zijn goederen ten gunste van de pandhouder. Indien de pandgever niet de eigenaar blijkt te zijn, dan wordt de pandhouder (lees: de logistiek dienstverlener) beschermd in het geval hij te goeder trouw was en mocht aannemen dat de pandgever de eigenaar was.

Zorg ervoor dat u zich goed laat informeren over het pandrecht

Zorg ervoor dat u zich goed laat informeren over het pandrecht

Faillissement en pandrecht

De pandhouder is separatist waardoor zijn positie en zijn (pand) recht niet wordt aangetast door een faillissement van zijn opdrachtgever. De pandhouder kan zonder instemming van de schuldenaar en curator zijn vordering verhalen uit de verkoopopbrengst van de verpande goederen.

Pandrecht na verkoop en eigendomsoverdracht van de verpande goederen

Een pandrecht is een zogeheten zakelijk recht, dat zaaksgevolg heeft. Dit betekent dat het pandrecht op de roerende zaak blijft rusten, ongeacht in wiens handen zich de (roerende) zaak bevindt. Indien het pandrecht werd gevestigd door de (voormalige) eigenaar en daarna werd verkocht aan een derde, dan blijft de pandhouder (lees: logistiek dienstverlener) gerechtigd om zijn vordering te verhalen op deze goederen.

Eigendomsvoorbehoud en pandrecht

In de praktijk bevatten (leverings)voorwaarden negen van de tien keer een eigendomsvoorbehoud, waardoor het eigendom van een roerende zaak pas overgaat na betaling van de volledige koopsom. Indien er door een derde terecht een eigendomsvoorbehoud wordt gemaakt, dan werd de pandgever niet de eigenaar, en was hij niet bevoegd om een pandrecht te vestigen op een roerende zaak waarvan hij geen eigenaar was. In dergelijke gevallen heeft te gelden dat de pandhouder (logistiek dienstverlener) zich kan beroepen op de goeder trouw, doordat hij niet bekend was met het eigendomsvoorbehoud.

Neemt u contact op met Transportrechtadvocaat indien u zich wilt laten informeren over uw positie als schuldeiser en de middelen die u ten dienste staan om uw openstaande facturen betaald te krijgen.

Mr. Otto Lenselink

Maart 2017

Alle blogs

Een vraag na het lezen van dit artikel?

Neem contact op