Hongaarse Chauffeurs onder Nederlandse CAO Beroepsgoederenvervoer

24 januari 2015

De Rechtbank Oost-Brabant, sector kanton, locatie ‘s-Hertogenbosch heeft op 8 januari 2015 vonnis gewezen in een rechtszaak die door 10 Hongaarse goederenchauffeurs, op instigatie van FNV Bondgenoten, was aangespannen tegen Van den Bosch Transporten B.V. uit het Brabantse Erp en tegen haar Hongaarse zustervennootschap Silo Tank KFT”.

Verklaring

De eerste eis van de Hongaarse chauffeurs betrof een verklaring voor recht dat Van den Bosch Transporten B.V. heeft te gelden als hun werkgever, werd door de Kantonrechter afgewezen. De stellingen die de chauffeurs aan deze primaire eis ten grondslag legden waren onvoldoende onderbouwd om het feitelijk en formeel werkgeverschap aan te nemen van de Nederlandse transportonderneming Van den Bosch Transporten B.V..

Loon

In de tweede plaats eisten de Hongaarse chauffeurs van hun Hongaarse werkgever Silo Tank KFT een loon overeenkomstig de CAO voor het Beroepsgoederenvervoer. De totale loonclaim bedraagt meer dan een één miljoen euro.

De Kantonrechter achtte zich bevoegd om kennis te nemen van het geschil tussen beide Hongaarse partijen, nu de chauffeurs in de dagvaarding stelden gewoonlijk hun werkzaamheden te hebben uitgevoerd vanuit Nederland.

Op basis van de Europese Detacheringsrichtlijn, welke in Nederland is geïmplementeerd in de Waga (Wet arbeidsvoorwaarden grensoverschrijdende arbeid), oordeelde de Kantonrechter dat de in het land van detachering geldende basisarbeidsvoorwaarden van toepassing zijn, indien deze gunstiger zijn dan de arbeidsvoorwaarden van het (Hongaars) recht dat van toepassing is verklaard op de arbeidsovereenkomst.

Aangezien partijen zich nog in de procedure moeten uitlaten welke onderdelen van de loonvordering dienen te worden beschouwd als basisarbeidsvoorwaarden, ligt het in de lijn der verwachting dat het loon daaronder zal vallen en niet de gevorderde verblijfskosten.

Ook dienen partijen zich nog nader uit te laten over de gevolgen van de loonvordering over de perioden dat CAO voor het Beroepsgoederenvervoer niet algemeen verbindende was verklaard.

Gelet op de overwegingen in het tussenvonnis van 8 januari 2015 zal de Hongaarse onderneming Silo Tank KFT vermoedelijk worden veroordeeld tot betaling van een bedrag dat in de tonnen loopt.

Het is nog wel de vraag of de Hongaarse chauffeurs ooit één euro zullen ontvangen. Als er niet met succes bewarend beslag is gelegd onder de opdrachtgevers van Silo Tank KFT vermoed ik dat de Hongaarse chauffeurs achter het net zullen vissen.

Vanwege de grote belangen van het concern van het bulktransportbedrijf uit Erp verwacht ik dat er tussentijds hoger beroep zal worden ingesteld bij het Gerechtshof te ‘s-Hertogenbosch.

Voor meer informatie over het onderwerp van deze column kunt u contact opnemen met mr. Otto Lenselink (olenselink@transportrechtadvocaat.nl).

januari 2015

* Rechtbank Oost-Brabant, sector kanton, locatie “‘s-Hertogenbosch d.d. 8 januari 2015

Alle blogs

Een vraag na het lezen van dit artikel?

Neem contact op